Met het nieuwe initiatief wil de N-VA een turbo zetten op de lopende inspanningen onder leiding van het departement Omgeving. Daarmee wil de partij de toekomstige vergunbaarheid van terreinen voor geluidsproducerende sporten verhogen. Naast hoofdindiener Andy Pieters (N-VA) krijgt de nota ook steun uit Kempense hoek met onder meer Vlaams parlementsleden An Hermans (N-VA) uit Arendonk en Paul Van Miert uit Turnhout. “Met dit initiatief zetten we een eerste stap naar een duurzaam toekomstperspectief voor de motor- en rallysport. We laten de motorsport in de Kempen niet los. Het is een eerste stap in een langer proces, maar we zijn blij dat we vanuit het Vlaams Parlement kunnen mee timmeren aan de weg naar een duurzame toekomst. We willen ook expliciet collega en hoofdindiener van het initiatief Andy Pieters (N-VA) bedanken voor zijn inzet op dit thema.”

De N-VA fractie wil met vijf gerichte ingrepen een antwoord bieden op een aantal lacunes of onvolmaaktheden in de bestaande regelgeving, wijziging van de bestaande regelgeving waar nodig en de versnelling van enkele lopende processen. De sectorfederatie en enkele uitbaters steunen het plan. 

De vijf prioritaire punten om de sport te redden:

1. ‎Versnellen werk onderhandelaar voor huidige en mogelijke nieuwe terreinen

De onderhandelaar heeft het voorbije jaar gesprekken gevoerd met betrokkenen stakeholders uit de motorcrosssector. Er werd eveneens contact gelegd met vzw’s die betrokken zijn bij lopende beroepsprocedures. Verder werd er afstemming gezocht met Sport Vlaanderen. De N-VA parlementsleden willen dat de onderhandelaar versterking krijgt zodat er sneller tot een onderhandeld resultaat wordt gekomen.

2. VIP-cel van departement Omgeving als ‘ontzorger’ voor bijstellingen
Door nieuwe regelgeving vanaf 1 januari 2027 moeten alle bestaande inrichtingen een bijstelling van hun vergunningsvoorwaarden aanvragen. Dit moet de rechtszekerheid van hun omgevingsvergunning verder verstevigen, maar is niet evident voor veel uitbaters gelet op de toenemende complexiteit van de regelgeving. Gelet op het beperkt aantal dossiers én het belang van de sport voor Vlaanderen, lijkt het raadzaam de VIP-cel van het departement Omgeving in te schakelen voor de begeleiding van de aanvragers doorheen het proces in het kader van ‘ontzorging’.

3. Uitdoofscenario overal schrappen als beleidsmatig gewenste ontwikkeling
Wat regelmatig door zowel actiegroepen als rechters wordt ingeroepen zijn zogenaamde ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’. Dat zijn passages uit beleidsdocumenten van diverse overheden, die als afweging moeten meegenomen worden in vergunningsbeslissingen. De N-VA parlementsleden willen een screening doen op alle geldende beleidsdocumenten van de Vlaamse overheid en op het vlak van gemotoriseerde geluidsproducerende sporten overal het uitdoofbeleid schrappen.

4. Specifiek onderzoek voor verplaatsing habitatdoelen speciale beschermingszones nabij terreinen
In de vergunningsdossiers voor gemotoriseerde geluidsproducerende sporten wordt de impact op zogenaamde Speciale Beschermingszones veelal als tegenargument voor vergunningen gebruikt. Veelal met rechtspraak tot gevolg. Dit hypothekeert bijgevolg de verdere exploitatie van deze terreinen. In uitvoering van het regeerakkoord willen de parlementsleden dat een herlokalisatie en compensatie van sommige habitatdoelen onderzocht én uitgevoerd wordt. Ook voor de landbouwsector is dergelijk onderzoek afgesproken. Onder meer voor rallycross Duivelsberg is dat nodig. Let wel: dit gaat uitdrukkelijk niet om een verplaatsing van bestaande aanwezige natuur, enkel de aanpassing van kaarten en zoekzones waar de natuurdoelen niet gerealiseerd (kunnen) worden of werden.

5. Provinciaal bestuursniveau door Vlaamse expertise ondersteunen of bevoegdheid verhuizen
Naar analogie met de windmolenprojecten, wil de N-VA laten onderzoeken of de bevoegdheid rond vergunningen aan rally- en motorcrossterreinen niet beter verhuist van het provinciale naar het Vlaamse niveau. Op dit moment ligt de bevoegdheid in eerste aanleg voor vergunningsbeslissingen op het provinciale niveau. Niettemin komt men quasi altijd nadien via een beroepsprocedure op het Vlaams niveau terecht voor een nieuwe vergunningsbeslissing, veelal om nadien een beroepsprocedure op te starten bij de Raad voor Vergunningsbetwisting. Door deze cascade aan niveaus wordt in elk geval 6 tot 9 maanden tijd verloren. Dit verhoogt de onzekerheid binnen de sector. Een betere opvolging en inzet van expertise door het Vlaams niveau of een verhuis van de bevoegdheid lijken in ieders voordeel.